dinsdag 2 september 2014

Een weekendje onderweg naar Frankrijk

"One's destination is never a place but a new way of seeing things"
(Henry Miller)

Vorige zaterdag waren het Lief en ik te vinden op Cabaret Vert, een eco-festival in Noord-Frankrijk. Vooral The Parov Stelar Band wouden we zien optreden en nog een paar andere kleine bands die we graag horen.


Charleville-Mézières (waar het festival dus plaats vond) is een piepkleine stad in wat je gerust the middle of nowhere mag noemen. Vanuit Amsterdam moesten we zo'n vierhonderd kilometer afleggen om daar te geraken. Zonder auto, enkel en alleen berustend op het openbaar vervoer en onze fietsen -die we voor de gezelligheid hadden meegenomen- beloofde dat een hele klus te worden.


Vrijdagavond legden we al een deel van de reis af en vertrokken we vanuit Amsterdam richting het ouderlijke huis in België.Van daaruit namen we zaterdagochtend de trein richting Dinant: de laatste halte in België. Daarna staken we de grens over per fiets om in Givet (= het eerste station in Frankrijk) opnieuw de trein op te stappen. Dit boemeltreintje bracht ons uiteindelijk tot in Charleville-Mézières, waar we het laatste stuk tot aan het festival opnieuw met de fiets aflegden.


Uiteindelijk kostte het ons acht uur heen en tien uur terug (want dan reden we in één stuk door naar Amsterdam). Parov Stelar gaf een keigoed concert, maar die andere bands waren een teleurstelling. Om een hamburger te pakken te krijgen, moesten we zowaar een uur aanschuiven (wie haalt het in zijn hoofd om maar één hamburgerkraam te plaatsen op een festival!!?) en de kaboutermutsen die werden uitgedeeld aan het kraam van Brasserie d'Achouffe, waren allemaal de deur uit toen wij daar stonden. Het mag duidelijk zijn dat het festival -hoe goed Parov Stelar ook hun best deed- absoluut niet de moeite waard bleek om er zo'n lange reis voor te maken.


Maar uiteindelijk hebben Liefje en ik wel een geweldig weekend achter de rug en dat was vooral dankzij die lange tocht die we aflegden. Toen we in Dinant toekwamen, regende het pijpenstelen en de moed om te fietsen, zakte ons meteen in de schoenen. Maar een vriendelijke buschauffeur van de TEC nam ons én onze fietsen mee op de bus. We reden door de gietende regen door schattige kleine dorpjes langs de Maas, waar de mensen nog vol enthousiasme 'bonjour' en 'bonne journée' roepen naar de buschauffeur.


Wachtend op de trein in Givet (die trouwens maar eens in de twee uur langsrijdt), fietsten we nog wat door het dorp en aten onze boterhammetjes op aan de Maas. Op de trein praatte we met een sympathieke oude Fransman en in Charleville-Mézières vonden we iemand die mijn fietszadel wou verhogen (want dat bleek na al die jaren in het tuinhuis van mijn ouders, niet meer op de juiste hoogte te staan).


Zondag op de terugweg was de zon weer paraat en fietsten we het stuk Givet-Dinant (zo'n twintig kilometer) dan toch maar volgens plan. Een prachtige rit was het, de hele weg langs het glinsterende water van de Maas. We passeerden bergtoppen (als je de heuvels in de Ardennen bergen kan noemen, natuurlijk. Maar ik ben vooral plat gewoon hee), zagen klimmers op de rotsen en stopten nog even aan een prachtig kasteel met een heus park als tuin (helaas niet veel tijd om lang te stoppen). In Antwerpen hadden we -bij wijze van verrassing- nog een korte drink met de ouders en die namen onze fietsen daarna weer mee naar dat tuinhuis in België toen wij de trein opstapten richting Amsterdam.


Allemaal kleine maar leuke ervaringen die we bij een rit met de auto hadden moeten missen. Dan hadden wij gewoon een hele tank gespendeerd aan een concert van een uur en daarna geconcludeerd dat het al die moeite niet waard was.


In plaats daarvan waren wij lekker een weekendje onderweg naar Frankrijk en hadden wij bij wijze van decadentie ontbijt in Frankrijk, lunch in België en avondmaal in Nederland. Beter kan gewoon niet.


Avontuurlijke groetjes,

Lyrinn